Change your Language
Make a Journal Entry

Publiek Geheim
by Berlef | category Literature & FictionRegistered by yvonnep of Amsterdam, Noord-Holland Netherlands on 3/26/2005
1 journaler This book has not been rated.
You're currently not logged in to BookCrossing.com. If you continue now your Journal Entry will be shown under the name of "Anonymous Finder". If you want to later track your book (and optionally receive an email when someone else makes a
Journal Entry for this book) you need to log in first. If you don't have a BookCrossing account yet,
you can sign up right away. It's a matter of seconds and you can write your Journal Entry immediately afterwards.
What do you want to do?
What do you want to do?
1 journaler for this copy...


J. Bernlef (1937) schreef een groot aantal gedichten, verhalen, romans, en essays. Van zijn romans zijn 'Hersenschimmen' en 'Publiek geheim' het bekendst geworden. Zijn meest recente roman heet 'Boy' (2000). Hij ontving vele prijzen, waaronder de P.C. Hooftprijs, de Constantijn Huygensprijs en de AKO Literatuur Prijs.
Altijd leuk om in je kast te vinden, ik ga het eerst maar weer eens lezen.
En toen had ik het gelezen en toen schreef ik dit:
Kun je je herinneren hoe het was? Toen er nog een Oostblok was, een muur, een ijzeren gordijn? De tijd dat er kunstenaars waren die niet de vrijheid hadden te schrijven, tekenen, schilderen, filmen, componeren wat ze wilden? Althans, als ze wilden worden gehoord, gelezen of bekeken. Zou het nog de moeite waard zijn om over die thematiek te lezen?
Bij een grote opruimactie vond ik Bernlefs ‘Publiek Geheim’. Het boek won in 1987 de AKO Literatuurprijs en aan de datum te zien, kreeg ik het in 1988 voor mijn verjaardag.
'Publiek geheim' speelt zich af in een Oost-Europees land, dat je na een paar bladzijden al herkent als Hongarije. In de stad is een boven- en een benedenstad, er zijn zeven bruggen en er is een Elisabetheiland. Dat is Budapest, kan niet missen.
Istvan Bér heeft de opdracht een documentaire te maken voor de televisie over Thomas Szass, een beroemd Oostblok schrijver. Zwijgzame Yoeri zorgt voor de opnamen en de montage, stagiaire Clara, studente aan de filmacademie, is opnameassistente.
Szass (en niet Szasz, zoals de psychiater) heeft na de opstand van 1956 een betoog gehouden op het Franz Lisztplein in Budapest met als belangrijkste inhoud dat ‘we niet meer moeten liegen’. Hij is opgepakt, heeft een paar jaar in de gevangenis gezeten en heeft daarna zijn uitspraken officieel herroepen. Sinds die tijd heet de opstand ‘de gebeurtenis’.
Bér en zijn mensen gaan Szass interviewen en filmen in zijn huis in Volna. We krijgen fragmenten uit de boeken van Szass, we lezen de gevoelens van het filmteam, we maken mee dat er een zekere dooi is ingetreden in de staatsterreur. Maar het is de periode van twijfel. Hoe ver is de dooi gevorderd? Hoe ver kun je gaan? Istvan en zijn team weten het niet. Experimenteren in zo’n omgeving is niet echt heel veilig en zal ternauwernood tot hele nieuwe dingen leiden.
Clara probeert iets nieuws, iets subversiefs, maar durft uiteindelijk niet. Istvan laat zich inpakken, ondanks al zijn ervaring en kiest een eigen ontsnapping. Yoeri werkt mee, trekt zijn wenkbrauwen op maar drinkt te veel. Szass gaat dood en wordt herdacht in de grote leugen.
Alle karakters in ‘Publiek Geheim’ hebben hun individualiteit prijs gegeven – ze zijn een product van de gecontroleerde maatschappij – ze doen wat anderen hebben gezegd wat ze moeten doen en ontsnappen slechts op de vierkante millimeter. Waar ze niets mee doen.
‘Publiek Geheim’ is geen boek met een happy end. Of misschien ook wel, omdat we nu bijna 20 jaar later leven en weten wat er allemaal kan gebeuren.
De persoonlijke strijd (dat is een te zware formulering, het persoonlijk nadenken) van de hoofdpersonen heeft mij van het begin tot het eind toe geboeid. Want het is nog lang niet over, dit sturen van hoe de geschiedenis er uit moet zien.
Wat ik er dan uithaal als citaten, is natuurlijk heel persoonlijk. Die Clara, daar kon ik me wel mee identificeren:
“Ze keek naar de elkaar duwende en stompende kinderen. Ze kon zich niet voorstellen dat ze ooit zelf een kind zou nemen. Ze miste er iedere vertedering voor, zelfs voor baby’s. Het waren kwaadaardige, luidruchtige wezens. Ze kon zich niet voorstellen dat ze zelf ooit zo was geweest, meet van die belachelijke kniekousen met rode kwastjes en van de ruwe grijpgrage handen. “
En dan was er ook nog een citaat dat me trof omdat ik het diezelfde week eerder had gelezen van Mady van der Laan, de staatssecretaris voor de media: “De verwerpelijke ontwikkeling van het medium in het Westen zullen wij zeker niet volgen. (dat zei ze dus niet. Maar zoiets als dit wel:) Dat houdt niet in dat onze programma’s daarom niet boeiend kunnen zijn. De kracht van uw programma’s en de toenemende belangstelling die zij genieten zijn het gevolg van een steeds kritischer houding tegenover de lopende gebeurtenissen. “