Dit boekje, een uitgave van een zendingsgenootschap, bevat zes korte verhalen waarin christelijke deugden of goede eigenschappen centraal staan. Veelal aan de hand van voorbeelden uit de natuur wordt zeer moraliserend gewezen op de noodzaak van ijver, orde, netheid en plichtsbesef. Deugden als hulpvaardigheid en eerlijkheid blijken altijd rijkelijk te worden beloond. De hoofdpersoon is telkens een andere jongen; meisjes komen in het geheel niet voor. Uit diverse details in de tekst en in de tekeningen en uit het wat archaische taalgebruik valt op te maken, dat de verhalen zich afspelen in een periode van enige tientallen jaren geleden. De vele zwart-wit tekeningen zijn duidelijk, sluiten aan bij de tekst, maar zijn in hun dikke lijnvoering en simpele weergave erg onesthetisch. De verhalen zijn bedoeld voor kinderen van ca. 6-12 jaar. Zij kunnen door de kinderen zelf gelezen worden en zijn ook geschikt om te worden voorgelezen bij katechisatie en godsdienstlessen.

(NBD|Biblion recensie, M.C. van der Meer-Verheij)

In het boekenkastje buiten aan de school vast

boek is weer bij mij, staat al meer dan 6 maanden in het kastje, zonder meegenomen te worden.